Opdracht 3: Het schrijven van het supervisieplan

Het schrijven van het supervisieplan

‘Begin met het eind voor ogen’

Het advies is om eerst vrij te brainstormen over jouw doelen. Dit zonder kader, zonder grenzen. Denk eens terug aan hoe je begon als gedragskundige, waar je nu staat en van daaruit waar je naartoe wilt. Wat zijn jouw wensen, dromen en verlangens? Visualiseer (en voel) deze zo concreet mogelijk, hoe zie jij jezelf als gedragskundige over een jaar? Over 5 jaar? Wanneer de supervisie afgerond is?

Als dit voldoende is om jouw plannen op papier te zetten is dat helemaal ok! Maar als je nog onvoldoende beeld hebt bij jouw doelen, niet weet wat je wilt of gewoon jezelf uit wilt dagen om buiten je kaders te denken, kan je ervoor kiezen om een of enkele opdrachten te doen.

Deze opdrachten vind je onderstaand. Neem ze op je gemak door en bekijk wat bij je past. Je bent vrij een van de opdrachten, bijvoorbeeld de brief aan jezelf,  in te brengen tijdens het weekend.

Na de optie-opdrachten, onderaan deze tekst volgen nog aanwijzingen op het supervisieplan op papier te zetten.

 

Optie 1: Brief aan jezelf in de toekomst (vanuit het boek ‘oplossingsgerichte supervisie & intervisie van Frederike Bannink):

EEN BRIEF VANUIT DE TOEKOMST

Schrijf een brief vanuit de toekomst aan je huidige zelf. Ga er vanuit dat we een jaar na het supervisieweekend zijn. Schrijf aan jezelf dat het goed met je gaat, waar je bent en hoe je leven eruit ziet. Geef ook een beschrijving van de belangrijkste dingen die je hebt gedaan om zover te komen. Geeft jezelf ten slotte vanuit de toekomst een wijs en lief advies.

Wat ja na het schrijven van de brief doet is kijken welke woorden je opvallen. Pak deze ‘focuswoorden’ eruit en gebruik ze als input voor jouw supervisieplan.

 

 

Optie 2: Ga wandelen met een van je collega’s!

Vraag een collega om tijdens een pauze of een afspraak die je hiervoor hebt gemaakt met jou mee te denken. Wanneer je meer uit je comfortzone gaat, krijg je meer verassende inzichten. Dus vraag die collega die je minder goed kent, die uit een andere regio komt, die je qua stijl van werken bewondert. Kortom; vraag iemand waarvan jij denk dat je wat kan leren (en vergeet niet dat zij ook altijd van jou leren!)

Ga samen wandelen, dan haal je direct de nodige frisse lucht en buiten-vitaminen. Bovendien brengt fysiek bewegen ook je brein in beweging. Bevraag elkaar over hoe je in het werk staat. Waar je tevreden mee bent en wat je graag zou willen veranderen. Vraag eens door op diepere drijfveren; waarom doen jullie dit werk eigenlijk? Wat is je missie? Wat is je droom? Dit kan een heel interessant gesprek worden! Vergeet niet na het gesprek aantekeningen te maken en deze uit te werken in de opzet van een supervisieplan!

 

 

Optie 3: Het vision board

Pak een groot vel leeg papier en een stapel tijdschriften of folders. Blader in de tijdschriften en knip plaatjes of teksten uit die jou aanspreken. Je hoeft nog niet precies te weten waarom. Als je bent uitgeknipt zal je zien dat er een samenhang in de dingen zit die je hebt uitgeknipt. Zo plak je ze op papier. Door hier in de supervisiesessie over in gesprek te gaan, komen we tot het waarom van wat jij hebt uitgeknipt en daaruit leiden vaak de doelen.

Je kan natuurlijk ook een digitaal moodboard maken. Door plaatjes te bundelen in een document of een prikbord aan te maken op pinterest. Ook op de website van canva kan je mooie dingen maken.  Doe wat bij jou past!

Geen type voor plaatjes? Een mindmap maken met tekeningen, woorden en kleuren kan ook!

 

 

Optie 4: Schrijf een dagboek:

Stop een blocnote of notitieboek in je werktas. Gedurende een week neem je 2x per dag (tijdens je lunchpauze en aan het einde van de werkdag) 5 minuten de tijd om te reflecteren op je werkdag aan de hand van 2 vragen: Wat aan jou werkdag wil je graag behouden en ben je trots op? En wat wil je graag veranderen? En reflecteer ook eens op jou energie: Wat geeft je energie? Wat niet? En waar zou je mogelijk meer energie van krijgen? Door het regelmatig reflecteren op deze vragen raak je meer gefocust op wat je wilt en niet (meer) wilt.

Kijk aan het einde van de week terug op wat je hebt opgeschreven en kijk of er doelen zijn die je hieruit kan leiden.

 

 

Het formuleren van de doelen:

Product- en procesdoelen:

Het is fijn om te werken in product en procesdoelen. Het product is ‘het einddoel’. De procesdoelen zijn de tussenstappen (het proces) om tot je einddoel te komen.

Het is belangrijk om het productdoel zo concreet mogelijk uit te werken.
Concrete doelen kunnen goed geëvalueerd worden en het helpt je om focus aan te brengen. Stel je zo concreet mogelijk de stappen voor die jij kan nemen voor het behalen van je doel en zet die op papier. Het werkt ook om collega’s hierbij feedback te vragen.

 

Je kan bij het formuleren van de doelen gebruik maken van het SMART formuleren: hoe concreter, hoe beter:

Formuleer de doelen zo dat ze jou positief stimuleren het doel te behalen. Focus je op wat je wel wilt. Denk dus niet vanuit jouw probleem, tekortkoming of valkuil, maar vanuit jouw wens, droom of verlangen.
Wanneer je bijvoorbeeld jouw caseload beter wilt begrenzen waardoor je niet

overbelast raakt kan je dit op 2 manieren formuleren:
Ik wil niet meer te veel cliënten aannemen in mijn caseload zodat ik niet overbelast raak

of

Bij de aanmelding van een nieuwe casus ga ik eerst na of deze casus in mijn agenda planbaar is en past bij mijn kennisgebieden zodat ik energie overhoud.

Je ziet het verschil tussen de formulering van de doelen. Wat doet dit met jou?

Less = More

Maak niet te veel doelen. Wees realistisch. Heb je veel doelen verzameld, stel dan je prioriteiten. Je kan beter halverwege het proces een doel afronden en een nieuw doel oppakken dan dat je teveel aan doelen stelt waardoor wat je wilt onbereikbaar lijkt.

Veel succes met het schrijven van jouw supervisieplan!